Information über das Wort brandmerken (Niederländisch → Esperanto: brulstampi)

Synonym: inbranden

WortartVerb
Aussprache/ˈbrɑntmɛrkə(n)/
Trennungbrand·mer·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) brandmerk(ik) brandmerkte
(jij) brandmerkt(jij) brandmerkte
(hij) brandmerkt(hij) brandmerkte
(wij) brandmerken(wij) brandmerkten
(jullie) brandmerken(jullie) brandmerkten
(gij) brandmerkt(gij) brandmerktet
(zij) brandmerken(zij) brandmerkten
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) brandmerke(dat ik) brandmerkte
(dat jij) brandmerke(dat jij) brandmerkte
(dat hij) brandmerke(dat hij) brandmerkte
(dat wij) brandmerken(dat wij) brandmerkten
(dat jullie) brandmerken(dat jullie) brandmerkten
(dat gij) brandmerket(dat gij) brandmerktet
(dat zij) brandmerken(dat zij) brandmerkten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
brandmerkbrandmerkt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
brandmerkend, brandmerkende(hebben) gebrandmerkt

Übersetzungen

Deutschbrandmarken
Englischbrand
Esperantobrulstampi; brulmarki; brulsigni
Lateinstigmare