Information über das Wort imam (Niederländisch → Esperanto: imamo)

WortartSubstantiv
Aussprache/iˈmam/
Trennungimam
Geschlechtmännlich
Mehrzahlimams

Gebrauchsbeispiele

De imam van de Rida‐moskee in de wijk Anderlecht kwam om het leven toen hij tevergeefs probeerde het vuur te blussen.
Het meisje hing de doodstraf boven het hoofd, de imam eiste dat alle christenen uit het dorp zouden vertrekken.
Deze imam is bekend geworden met zijn preek waarin hij onder andere Ayaan Hirsi Ali dodelijke ziekten toewenste.

Übersetzungen

DeutschImam
Englischimam
Esperantoimamo
Spanischimán