Information über das Wort ambitieus (Niederländisch → Esperanto: ambicia)

Synonym: eerzuchtig

WortartAdjektief
Aussprache/ɑmbi(t)sjøs/
Trennungam·bi·ti·eus

Komparation

Positiveambitieus
Komparativambitieuzer
Superlativmeest ambitieus

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativambitieusambitieuzer(het) meest ambitieus, (het) meest ambitieuse
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlambitieuzeambitieuzeremeest ambitieuze
Sächlicher Einzahlambitieusambitieuzermeest ambitieus
Mehrzahlambitieuzeambitieuzeremeest ambitieuze
Bestimmtambitieuzeambitieuzeremeest ambitieuze
Partitivambitieusambitieuzers 

Gebrauchsbeispiele

Ierland hoopt dat tekort in 2014 te hebben teruggebracht tot 3 procent, maar volgens beleggers is dat wat te ambitieus.
Mag ik vragen hoe u aan gelden bent gekomen voor een zo ambitieuze onderneming?
Maroš Šefčovič, als vice‐voorzitter verantwoordelijk voor de Energie‐unie, spreekt van „het meest ambitieuze Europese energieproject sinds de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal”.

Übersetzungen

Afrikaansambisieus
Dänischambitiøs; ærgerrig
Deutschehrgeizig; streberisch
Englischambitious
Esperantoambicia
Färöerischframasøkin
Französischambitieux
Griechischφιλόδοξος
Papiamentoambisioso
Portugiesischambicioso
Saterfriesischeergietsich
Schwedischambitiös
Türkischhırslı; muhteris; tutkulu
Ungarischambiciózus
Westfriesischambisjeus