Information über das Wort bungalow (Niederländisch → Esperanto: bangalo)

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈbɵŋɡalo/
Trennungbun·ga·low
Geschlechtmännlich
Mehrzahlbungalows

Verkleinerungswort
EinzahlMehrzahl
bungalowtjebungalowtjes

Gebrauchsbeispiele

Zonder verdere incidenten arriveerde hij bij zijn bungalow.
Ward bracht het grootste deel van zijn tijd in de bungalow door, maar hij sliep af en toe thuis en werd nog steeds als bewoner onder zijn vaders dak beschouwd.
Hoe weet hij wat er in de bungalow is gebeurd?
Diezelfde mening had ook doctor Lurx, die aan de andere kant van de stad voor zijn bungalow zat.

Übersetzungen

DeutschBungalow
Englischbungalow
Esperantobangalo
Griechischμπάγκαλο; εξοχικό σπίτι
Papiamentobúngalo
Portugiesischbangalô
Schwedischenplansvilla
Spanischbungalow
Thaiบังกาโล
Tschechischchata