Information über das Wort dominee (Niederländisch → Esperanto: pastoro)

Synonyme: pastor, voorganger, zielszorger, zielverzorger

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈdomine/
Trennungdo·mi·nee
Geschlechtmännlich
Mehrzahldominees

Gebrauchsbeispiele

Moeten we de dominee halen?
Een ogenblik later kraakte de kerkdeur, en de dominee nam de zakdoek van zijne betraande ogen weg, rees op en bleef, als van de donder getroffen, in de preekstoel staan.
Natuurlijk, een dominee is geen rechercheur.

Übersetzungen

Afrikaansdominee
DeutschPastor; Pfarrer
Englischpastor; minister
Esperantopastoro
Färöerischprestur
Französischpasteur
Papiamentodomi
Portugiesischpastor
SaterfriesischPestoor
Schwedischkyrkoherde; pastor; prost; präst
Spanischdómine; pastor; pastor protestante
Westfriesischdominy