Information über das Wort paniek (Niederländisch → Esperanto: paniko)

WortartSubstantiv
Aussprache/paˈnik/
Trennungpa·niek

Gebrauchsbeispiele

Ik onderdrukte mijn paniek.
Waarom deze paniek opeens?
De berichten over de tweede beving veroorzaakten paniek op Sumatra, meldden Indonesische TV‐stations.
Door het geroep van brand in de kerk ontstond er ene paniek, bij welke 126 vrouwen en 10 mannen werden doodgedrukt, terwijl anderen doodvielen toen zij uit de ramen sprongen.

Übersetzungen

Afrikaanspaniek
Albanischpanik
Dänischpanik
DeutschPanik
Englischpanic
Esperantopaniko
Französischpanique
Norwegischpanikk
Portugiesischpânico; terror infundado
SaterfriesischPanik
Schwedischpanik
Spanischpanizo; pánico
Türkischpanik; ürkme
Ungarischpánik
Westfriesischpanyk