Information über das Wort verankeren (Niederländisch → Esperanto: ankri)

Synonyme: voor anker gaan, ankeren

WortartVerb
Aussprache/vəˈrɑŋkərə(n)/
Trennungver·an·ke·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) veranker(ik) verankerde
(jij) verankert(jij) verankerde
(hij) verankert(hij) verankerde
(wij) verankeren(wij) verankerden
(jullie) verankeren(jullie) verankerden
(gij) verankert(gij) verankerdet
(zij) verankeren(zij) verankerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verankere(dat ik) verankerde
(dat jij) verankere(dat jij) verankerde
(dat hij) verankere(dat hij) verankerde
(dat wij) verankeren(dat wij) verankerden
(dat jullie) verankeren(dat jullie) verankerden
(dat gij) verankeret(dat gij) verankerdet
(dat zij) verankeren(dat zij) verankerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verankerverankert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verankerend, verankerende(hebben) verankerd

Gebrauchsbeispiele

Veranker jezelf op deze plek en sta onder geen beding toe dat Sarsem of Hache‐Moncour zich ermee bemoeien.
Zorg ervoor dat het schip stevig verankerd ligt als de reparatiewerkzaamheden van start gaan, meneer Petchnyoff.

Übersetzungen

Deutschverankern; ankern
Englischanchor
Esperantoankri
Französischancrer
Griechischαγκιροβολώ
Papiamentoankra; hankra
Portugiesischancorar
Walisischangori