Information über das Wort vernikkelen (Niederländisch → Esperanto: nikeli)

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) vernikkel(ik) vernikkelde
(jij) vernikkelt(jij) vernikkelde
(hij) vernikkelt(hij) vernikkelde
(wij) vernikkelen(wij) vernikkelden
(jullie) vernikkelen(jullie) vernikkelden
(gij) vernikkelt(gij) vernikkeldet
(zij) vernikkelen(zij) vernikkelden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) vernikkele(dat ik) vernikkelde
(dat jij) vernikkele(dat jij) vernikkelde
(dat hij) vernikkele(dat hij) vernikkelde
(dat wij) vernikkelen(dat wij) vernikkelden
(dat jullie) vernikkelen(dat jullie) vernikkelden
(dat gij) vernikkelet(dat gij) vernikkeldet
(dat zij) vernikkelen(dat zij) vernikkelden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
vernikkelvernikkelt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
vernikkelend, vernikkelende(hebben) vernikkeld

Übersetzungen

Afrikaansvernikkel
Deutschvernickeln
Englischnickel‐plate
Esperantonikeli; nikelizi
Spanischniquelar