Information über das Wort ontwarren (Niederländisch → Esperanto: malimpliki)

Synonym: uiteenrafelen

WortartVerb
Aussprache/ɔntˈʋɑrə(n)/
Trennungont·war·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) ontwar(ik) ontwarde
(jij) ontwart(jij) ontwarde
(hij) ontwart(hij) ontwarde
(wij) ontwarren(wij) ontwarden
(jullie) ontwarren(jullie) ontwarden
(gij) ontwart(gij) ontwardet
(zij) ontwarren(zij) ontwarden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) ontwarre(dat ik) ontwarde
(dat jij) ontwarre(dat jij) ontwarde
(dat hij) ontwarre(dat hij) ontwarde
(dat wij) ontwarren(dat wij) ontwarden
(dat jullie) ontwarren(dat jullie) ontwarden
(dat gij) ontwarret(dat gij) ontwardet
(dat zij) ontwarren(dat zij) ontwarden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
ontwarontwart
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
ontwarrend, ontwarrende(hebben) ontward

Gebrauchsbeispiele

Intussen had Yves Coquebert zijn lijn ontward en maakte hij aanstalten om zich bij zijn vriend te voegen.

Übersetzungen

Deutschentwirren; lösen; auklären; klären
Englischextricate; unravel; disentangle
Esperantomalimpliki