Information über das Wort dooreenhalen (Niederländisch → Esperanto: konfuzi)

Synonyme: van zijn stuk brengen, verwarren, verwisselen

WortartVerb
Aussprache/doˈrenɦalə(n)/
Trennungdoor·een·ha·len

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) haal dooreen(ik) haalde dooreen
(jij) haalt dooreen(jij) haalde dooreen
(hij) haalt dooreen(hij) haalde dooreen
(wij) halen dooreen(wij) haalden dooreen
(jullie) halen dooreen(jullie) haalden dooreen
(gij) haalt dooreen(gij) haaldet dooreen
(zij) halen dooreen(zij) haalden dooreen
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) dooreenhale(dat ik) dooreenhaalde
(dat jij) dooreenhale(dat jij) dooreenhaalde
(dat hij) dooreenhale(dat hij) dooreenhaalde
(dat wij) dooreenhalen(dat wij) dooreenhaalden
(dat jullie) dooreenhalen(dat jullie) dooreenhaalden
(dat gij) dooreenhalet(dat gij) dooreenhaaldet
(dat zij) dooreenhalen(dat zij) dooreenhaalden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
dooreenhalend, dooreenhalende(hebben) dooreengehaald

Übersetzungen

Afrikaansverwar
Dänischforvirre
Deutschin Unordnung bringen; in Verwirrung bringen; verwirren; konfus machen; irre machen; aus dem Konzept bringen; den Kopf verdrehen; verlegen machen; durcheinanderbringen; verwechseln; bestürzt machen; verworren machen
Englischconfuse; puzzle; bemuse; bewilder; perplex; addle; disarrange; disarray; befuddle
Esperantokonfuzi; maldistingi
Färöerischørkymla
Finnischhämmentää
Französischconfondre; troubler
Katalanischconfondre
Papiamentokonfundí
Portugiesischatrapalhar; confundir; perturbar
Rumänischîncurca
Saterfriesischferballerje; ferbiesterje; in Ferbiesterenge brange; in Uunstjuur brange; tulterje