Information über das Wort dwarrelen (Niederländisch → Esperanto: kirliĝi)

Synonyme: kolken, warrelen, wervelen, zwirrelen

WortartVerb
Aussprache/ˈdʋɑrələ(n)/
Trennungdwar·re·len

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(hij) dwarrelt(hij) dwarrelde
(zij) dwarrelen(zij) dwarrelden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat hij) dwarrele(dat hij) dwarrelde
(dat zij) dwarrelen(dat zij) dwarrelden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
dwarrelend, dwarrelende(hebben/zijn) gedwarreld

Gebrauchsbeispiele

Als het niet historisch juist mocht zijn, dwarrele uw verwijt over hun hoofden.

Übersetzungen

Deutschquirlen; wirbeln; herumwirbeln; herumgewirbelt werden
Englischwhirl
Esperantokirliĝi
Französischtourbilloner