Information über das Wort fantaseren (Niederländisch → Esperanto: fantazii)

Synonym: uit de duim zuigen

WortartVerb
Aussprache/fɑntaˈzerə(n)/
Trennungfan·ta·se·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) fantaseer(ik) fantaseerde
(jij) fantaseert(jij) fantaseerde
(hij) fantaseert(hij) fantaseerde
(wij) fantaseren(wij) fantaseerden
(jullie) fantaseren(jullie) fantaseerden
(gij) fantaseert(gij) fantaseerdet
(zij) fantaseren(zij) fantaseerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) fantasere(dat ik) fantaseerde
(dat jij) fantasere(dat jij) fantaseerde
(dat hij) fantasere(dat hij) fantaseerde
(dat wij) fantaseren(dat wij) fantaseerden
(dat jullie) fantaseren(dat jullie) fantaseerden
(dat gij) fantaseret(dat gij) fantaseerdet
(dat zij) fantaseren(dat zij) fantaseerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
fantaseerfantaseert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
fantaserend, fantaserende(hebben) gefantaseerd

Übersetzungen

Deutscherdichten; erträumen; phantasieren
Englischfancy
Esperantofantazii
Portugiesischfantasiar
Thaiสร้างจินตนาการ