Information über das Wort elektrocuteren (Niederländisch → Esperanto: elektrokuti)

WortartVerb
Aussprache/elɛktrokyˈterə(n)/
Trennungelek·tro·cu·te·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) elektrocuteer(ik) elektrocuteerde
(jij) elektrocuteert(jij) elektrocuteerde
(hij) elektrocuteert(hij) elektrocuteerde
(wij) elektrocuteren(wij) elektrocuteerden
(jullie) elektrocuteren(jullie) elektrocuteerden
(gij) elektrocuteert(gij) elektrocuteerdet
(zij) elektrocuteren(zij) elektrocuteerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) elektrocutere(dat ik) elektrocuteerde
(dat jij) elektrocutere(dat jij) elektrocuteerde
(dat hij) elektrocutere(dat hij) elektrocuteerde
(dat wij) elektrocuteren(dat wij) elektrocuteerden
(dat jullie) elektrocuteren(dat jullie) elektrocuteerden
(dat gij) elektrocuteret(dat gij) elektrocuteerdet
(dat zij) elektrocuteren(dat zij) elektrocuteerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
elektrocuteerelektrocuteert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
elektrocuterend, elektrocuterende(hebben) geëlektrocuteerd

Übersetzungen

Deutschdurch einen elektrischen Stromstoß töten
Englischelectrocute
Esperantoelektrokuti
Portugiesischelectrocutar
Spanischelectrocutar