Information über das Wort neerslaan (Niederländisch → Esperanto: subpremi)

Synonyme: onderdrúkken, verdrukken

WortartVerb
Aussprache/ˈneːrslɑn/
Trennungneer·slaan

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) sla neer(ik) sloeg neer
(jij) slaat neer(jij) sloeg neer
(hij) slaat neer(hij) sloeg neer
(wij) slaan neer(wij) sloegen neer
(jullie) slaan neer(jullie) sloegen neer
(gij) slaat neer(gij) sloegt neer
(zij) slaan neer(zij) sloegen neer
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) neersla(dat ik) neersloege
(dat jij) neersla(dat jij) neersloege
(dat hij) neersla(dat hij) neersloege
(dat wij) neerslaan(dat wij) neersloegen
(dat jullie) neerslaan(dat jullie) neersloegen
(dat gij) neerslaat(dat gij) neersloeget
(dat zij) neerslaan(dat zij) neersloegen
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
sla neerslaat neer
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
neerslaand, neerslaande(hebben) neergeslagen

Gebrauchsbeispiele

De troepen van de Tjestsjeense leider Ramzan Kadyrov staan klaar om de Wagner‐opstand neer te slaan.

Übersetzungen

Deutscherpressen; unterdrücken
Englischsuppress
Esperantosubpremi
Französischréprimer
Italienischopprimere
Katalanischoprimir
Niederdeutschunderdrükken
Saterfriesischunnertaie
Spanischoprimir; reprimir
Thaiกดขี่
Tschechischpotlačit