Information über das Wort dementeren (Niederländisch → Esperanto: dementi)

Synonyme: ontkennen, tegenspreken

WortartVerb
Aussprache/demɛnˈterə(n)/
Trennungde·men·te·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) dementeer(ik) dementeerde
(jij) dementeert(jij) dementeerde
(hij) dementeert(hij) dementeerde
(wij) dementeren(wij) dementeerden
(jullie) dementeren(jullie) dementeerden
(gij) dementeert(gij) dementeerdet
(zij) dementeren(zij) dementeerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) dementere(dat ik) dementeerde
(dat jij) dementere(dat jij) dementeerde
(dat hij) dementere(dat hij) dementeerde
(dat wij) dementeren(dat wij) dementeerden
(dat jullie) dementeren(dat jullie) dementeerden
(dat gij) dementeret(dat gij) dementeerdet
(dat zij) dementeren(dat zij) dementeerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
dementeerdementeert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
dementerend, dementerende(zijn) gedementeerd

Übersetzungen

Deutschdementieren
Englischrepudiate; belie
Esperantodementi
Färöerischavsanna
Katalanischdesmentir
Portugiesischdesmentir
Spanischdesmentir