Information über das Wort blij (Niederländisch → Esperanto: ĝoja)

Synonyme: blijde, verblijd, verheugd

WortartAdjektief
Aussprache/blɛi̯/
Trennungblij

Komparation

Positiveblij
Komparativblijer
Superlativblijst

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativblijblijer(het) blijst, (het) blijste
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlblijeblijereblijste
Sächlicher Einzahlblijblijerblijst
Mehrzahlblijeblijereblijste
Bestimmtblijeblijereblijste
Partitivblijsblijers 

Gebrauchsbeispiele

Ik ben blij dat er niets met je gebeurd is!
Het was niet koud maar ik was blij met die dekens.
Tevergeefs zou ik hem hebben gezocht waar ridders hun vijanden zoeken en ik ben blij hem nu tussen die boeren en slaven aan te treffen.

Übersetzungen

Afrikaansbly
Dänischglad
Deutschfroh; freudig
Englischglad; happy; joyful; joyous; pleased
Englisch (Altenglisch)bliþe; glæd
Esperantoĝoja
Färöerischglaður
Französischjoyeux; content
Hawaiischhauʻoli
Isländischglaður
Italienischbeato
Katalanischalegre
Lateinlaetus
Malaiischsenang
Norwegischglad
Papiamentoalegre
Portugiesischalegre; contente
Saterfriesischbliede; daaten; fergnöigd; lustich; weelich
Schwedischglad
Spanischalegre
Srananbreyti
Thaiดีใจ; ยินดี
Tschechischradostný; veselý
Ungarischboldog
Westfriesischbliid