Information über das Wort record (Niederländisch → Esperanto: rekordo)

WortartSubstantiv
Aussprache/rəˈkor/
Trennungre·cord
Geschlechtsächlich
Mehrzahlrecords

Gebrauchsbeispiele

Wanneer in de toekomst duidelijk wordt dat de zwemmers die records niet meer benaderen, kijken we verder.
Ook het Europees record bracht zij met deze prachtige prestatie op haar naam.
Ze hadden er belangstelling voor en bespraken de mogelijkheid om dit record te breken.

Übersetzungen

Afrikaansrekord
Dänischrekord
DeutschRekord
Englischrecord
Esperantorekordo
Französischrecord
Katalanischrècord
Niederdeutschrekord
Portugiesischrecorde
SaterfriesischRekord
Schwedischrekord
Spanischmarca; récord
Tschechischrekord
Westfriesischrekord; rekôr