Information über das Wort cirkel (Niederländisch → Esperanto: cirklo)

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈsɪrkəl/
Trennungcir·kel
Geschlechtmännlich
Mehrzahlcirkels

Gebrauchsbeispiele

De rand van de cirkel was nog hoogstens tien pas van hen vandaan.
Buig de uiteinden naar elkaar toe, zodat een cirkel ontstaat.
Keer op keer deden de Arabieren een aanval en ten slotte vormden ze een cirkel rondom de bungalow, maar buiten het bereik van de dodelijke pijlen van de verdediging.

Übersetzungen

Dänischcirkel
DeutschKreis; Kreislinie
Englischcircle
Esperantocirklo
Färöerischklingra; kringur
Finnischympyrä
Französischcercle
Italienischcircolo
Katalanischcercle
Lateincircus; orbis
Norwegischsirkel
Papiamentoserkel
Portugiesischcírculo
SaterfriesischKring
Schwedischcirkel
Spanischcírculo
Thaiจักร; ดวง; วงกลม
Türkischdaire
Ungarischkör