Information über das Wort zak (Niederländisch → Esperanto: poŝo)

WortartSubstantiv
Aussprache/zɑk/
Trennungzak
Geschlechtmännlich
Mehrzahlzakken

Verkleinerungswort
EinzahlMehrzahl
zakjezakjes

Gebrauchsbeispiele

Zo pratende haalde hij zijn zakken leeg en stalde de aangeduide voorwerpen op de grond uit.
Hij probeerde zich te herinneren wat andere lieden in hun zakken droegen.
Ik had het gedicht al die tijd in mijn zak.

Übersetzungen

Afrikaanssak
Albanischxhep
Dänischlomme
DeutschTasche
Englischpocket
Esperantopoŝo
Färöerischfikka; lummi
Finnischtasku
Französischpoche
Jiddischקעשענע
Katalanischbutxaca
Malaiischsaku
Norwegischlomme
Papiamentosako; saku
Polnischkieszeń
Portugiesischalgibeira; bolsa; bolso
Rumänischbuzunar
SaterfriesischTaaske
Schwedischficka
Spanischbolsillo
Thaiกระเป๋า
Tschechischkapsa
Ungarischzseb
Walisischpoced
Westfriesischbûse