Informasie oor die woord menig (Nederlands → Esperanto: multaj)

Sinonieme: veel, heel wat

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/ˈmenəx/
Afbrekingme·nig

Voorbeelde van gebruik

Je formuleert het daar duidelijker en nauwgezetter dan menig juridisch student het zou kunnen.
In dorpen als dit werd nog menige oude gewoonte in ere gehouden.
„Mijn schild is in het strijdperk achtergebleven,” zei de nar, „zoals dat van menig ridder waardiger dan ik.”
Menig gedicht getuigt van het feit dat de linde steeds tot de verbeelding van de mens heeft gesproken.

Vertalinge

Afrikaansparty van; talle; baie; vele; heelwat
Deensmange
Duitsviele; mancher
Engelsmany; many a
Esperantomultaj
Faroëesmangir; nógvir
Fransnombreux
Hawaiïeslau; nui
Italiaansmolti
Jamaikaanse Patoisnof
Luxemburgsvill
Maleisbanyak; ramai
Nederduitsveal; een bült; vöäl; party; vöäle
Papiamentshopi; mashá
Poolsliczni; wielu
Portugeesmuitos
Russiesмногие
Saterfriesfuul; moonige
Skotsmony
Skots-Gaeliesmòran
Srananfuru
Swahili‐ingi
Sweedsmånga
Thaiมาก; เยอะ; หลาย
Turksbirçok
Wes‐Friesfolle; in tal; in protte; protte; in soad