Informasie oor die woord rug (Nederlands → Esperanto: dorso)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/rɵx/
Afbrekingrug
Geslagmanlik
Meervoudruggen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
ruggetjeruggetjes

Voorbeelde van gebruik

Ik heb het gevoel alsof zijn ogen in mijn rug prikken.
De schildwacht zat met zijn rug naar hem toegekeerd.
Volgens de traditie stonden ze met hun rug naar de jongens te wachten op de hertog.
Hoeveel zijn jullie bereid op je rug te nemen?
Daar stonden de drie auto’s tussen twee hutten in en er vlakbij zag hij een opstandeling met een geweer op zijn rug heen en weer lopen.
Allen stonden met de rug naar ons toe.

Vertalinge

Afrikaansrug
Deensryg
DuitsRücken
Engelsback
Engels (Ou Engels)bæc
Esperantodorso
Faroëesbak; ryggur
Finsselkä
Fransdos
Grieksνώτα; πάχη; πλάτη
Hawaiïeskua
Hongaarshát
Italiaansdorso
Jiddisjרוקן; פּלייצע
Kabiliesaɛrur; azagur
Katalaansdors; esquena
Latyndorsum
LuxemburgsRéck
Maleisbelakang; punggung
Noorsrygg
Papiamentslomba
Poolsplecy
Portugeescostas; dorso
Roemeensspate
Russiesспина
SaterfriesRääch
Skots-Gaeliesdruim
Spaansdorso; envés; reverso
Srananbaka
Sweedsbak; rygg
Thaiหลัง
Tsjeggieshřbet; záda
Wes‐Friesrêch