Informasie oor die woord tepel (Nederlands → Esperanto: cico)

Sinoniem: speen

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈtepəl/
Afbrekingte·pel
Meervoudtepels

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
tepeltjetepeltjes

Voorbeelde van gebruik

De klemmen op haar tepels veroorzaken ontzettend veel pijn.

Vertalinge

Engelsnipple
Esperantocico; mampinto
Faroëesboppa; vørta
Fransmamelon
Portugeesmamilo
Spaanspezón
Srananbobimofo
Sweedsspene; vårta