Informasie oor die woord tuinieren (Nederlands → Esperanto: ĝardenumi)

Sinoniem: tuinen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/tœy̯ˈniːrə(n)/
Afbrekingtui·nie·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) tuinier(ik) tuinierde
(jij) tuiniert(jij) tuinierde
(hij) tuiniert(hij) tuinierde
(wij) tuinieren(wij) tuinierden
(jullie) tuinieren(jullie) tuinierden
(gij) tuiniert(gij) tuinierdet
(zij) tuinieren(zij) tuinierden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) tuiniere(dat ik) tuinierde
(dat jij) tuiniere(dat jij) tuinierde
(dat hij) tuiniere(dat hij) tuinierde
(dat wij) tuinieren(dat wij) tuinierden
(dat jullie) tuinieren(dat jullie) tuinierden
(dat gij) tuinieret(dat gij) tuinierdet
(dat zij) tuinieren(dat zij) tuinierden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
tuiniertuiniert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
tuinierend, tuinierende(hebben) getuinierd

Voorbeelde van gebruik

Ik zie wel dat u nog niet lang tuiniert.

Vertalinge

Afrikaanstuinmaak
Deensdyrke haven
Engelsgarden
Esperantoĝardenumi