Informasie oor die woord bok (Nederlands → Esperanto: virkapro)

Sinoniem: geitebok

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/bɔk/
Afbrekingbok
Geslagmanlik
Meervoudbokken

Voorbeelde van gebruik

Hij was zo groot als een bok en glansde als zilver.
De bok kauwde onverschillig op een sprietje.

Vertalinge

Afrikaansram; bokram
DuitsZiegenbock
Engelshe‐goat; billy‐goat
Engels (Ou Engels)bucca
Esperantovirkapro; kaproviro; kaproboko
Fransbouc
Grieksτράγος
Hawaiïeskao kāne
Italiaanscapro becco
Katalaansboc; cabró
Latyncaper; hircus
Papiamentschubatu
SaterfriesSäägebuk
Spaanscabrón; macho cabrío
Srananbokoboko
Sweedsbock
Walliesbwch gafr
Wes‐Friesbok