Sinonieme: ondertekenen, tekenen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ɔndərˈsxrɛi̯və(n)/ |
---|
Afbreking | on·der·schrij·ven |
---|
Vervoeging
Aantonende wys |
---|
Teenwoordige tyd | Verlede tyd |
---|
(ik) onderschrijf | (ik) onderschreef |
(jij) onderschrijft | (jij) onderschreef |
(hij) onderschrijft | (hij) onderschreef |
(wij) onderschrijven | (wij) onderschreven |
(jullie) onderschrijven | (jullie) onderschreven |
(gij) onderschrijft | (gij) onderschreeft |
(zij) onderschrijven | (zij) onderschreven |
Aanvoegende wys |
---|
Teenwoordige tyd | Verlede tyd |
---|
(dat ik) onderschrijve | (dat ik) onderschreve |
(dat jij) onderschrijve | (dat jij) onderschreve |
(dat hij) onderschrijve | (dat hij) onderschreve |
(dat wij) onderschrijven | (dat wij) onderschreven |
(dat jullie) onderschrijven | (dat jullie) onderschreven |
(dat gij) onderschrijvet | (dat gij) onderschrevet |
(dat zij) onderschrijven | (dat zij) onderschreven |
Gebiedende wys |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
onderschrijf | onderschrijft |
Deelwoorde |
---|
Teenwoordige deelwoord | Verlede deelwoord |
---|
onderschrijvend, onderschrijvende | (hebben) onderschreven |