Sinonieme: de kraaienmars blazen, de pijp aan Maarten geven, de geest geven, heengaan, het loodje leggen, ontslapen, sterven, verscheiden, versmachten, het tijdelijke voor het eeuwige verwisselen, de pijp uit gaan, de laatste adem uitblazen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈdotxan/ |
---|
Afbreking | dood·gaan |
---|
Vervoeging
Aantonende wys |
---|
Teenwoordige tyd | Verlede tyd |
---|
(ik) ga dood | (ik) ging dood |
(jij) gaat dood | (jij) ging dood |
(hij) gaat dood | (hij) ging dood |
(wij) gaan dood | (wij) gingen dood |
(jullie) gaan dood | (jullie) gingen dood |
(gij) gaat dood | (gij) gingt dood |
(zij) gaan dood | (zij) gingen dood |
Aanvoegende wys |
---|
Teenwoordige tyd | Verlede tyd |
---|
(dat ik) doodga | (dat ik) doodginge |
(dat jij) doodga | (dat jij) doodginge |
(dat hij) doodga | (dat hij) doodginge |
(dat wij) doodgaan | (dat wij) doodgingen |
(dat jullie) doodgaan | (dat jullie) doodgingen |
(dat gij) doodgaat | (dat gij) doodginget |
(dat zij) doodgaan | (dat zij) doodgingen |
Deelwoorde |
---|
Teenwoordige deelwoord | Verlede deelwoord |
---|
doodgaand, doodgaande | (zijn) doodgegaan |
Maar het is toch geen schande om dood te gaan?
Nou, ik dacht zo… veronderstel nou eens dat de Koperen ineens doodgaat.
Elfen kunnen ook doodgaan.
Er was bijvoorbeeld een kale plek bij de trap aan de voorkant, waar door onbekende oorzaken alles doodging wat ik plantte.
Ik heb maar steeds ’t gevoel dat ’t zoveel beter zou zijn geweest als ik was doodgegaan.