Informasie oor die woord inslaan (Nederlands → Esperanto: enbati)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪnslan/
Afbrekingin·slaan

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) sla in(ik) sloeg in
(jij) slaat in(jij) sloeg in
(hij) slaat in(hij) sloeg in
(wij) slaan in(wij) sloegen in
(jullie) slaan in(jullie) sloegen in
(gij) slaat in(gij) sloegt in
(zij) slaan in(zij) sloegen in
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) insla(dat ik) insloege
(dat jij) insla(dat jij) insloege
(dat hij) insla(dat hij) insloege
(dat wij) inslaan(dat wij) insloegen
(dat jullie) inslaan(dat jullie) insloegen
(dat gij) inslaat(dat gij) insloeget
(dat zij) inslaan(dat zij) insloegen
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
sla inslaat in
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
inslaand, inslaande(hebben) ingeslagen

Vertalinge

Afrikaansinslaan
Duitseinrammen; einschlagen; hineinschlagen
Engelsbeat in
Esperantoenbati
Portugeesintroduzir batendo