Informasie oor die woord eertijds (Nederlands → Esperanto: antaŭe)

Sinonieme: daarvoor, tevoren, voorheen, eerder, indertijd, vroeger, vooraan, voordien

Woordsoortbywoord
Uitspraak/ˈertɛi̯ts/
Afbrekingeer·tijds

Voorbeelde van gebruik

Toen stak hij toe en stootte Jad, eertijds drager van Piluna, door de buik.

Vertalinge

Afrikaansvroeër
Duitsfrüher; vorher; zuvor
Engelsbefore; previously
Esperantoantaŭe
Nederduitseyrtyds; dårvöär; vroger; eyrder
Skotsafore
Spaansantes