Informasie oor die woord blubber (Nederlands → Esperanto: koto)

Sinonieme: modder, slijk

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈblɵbər/
Afbrekingblub·ber
Geslagmanlik

Voorbeelde van gebruik

Reith sleepte hem naar de deur, en wierp hem naar buiten in een plas blubber.
Ik voel alleen maar blubber.
De late wandelaars die ten slotte binnentraden, waren dan ook van het hoofd tot de voeten met zwarte blubber bedekte en ze lang niet vrolijk.

Vertalinge

DuitsSchlamm; Dreck; Straßenschmutz; Kot
Engelsmud
Esperantokoto
Hongaarsbarro; fango
SaterfriesDräk; Gubbe; Keete; Mudde; Skiet; Strunt
Thaiขี้โคลน; โคลน