Informasie oor die woord citroen (Nederlands → Esperanto: citrono)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/sɪˈtrun/
Afbrekingci·troen
Meervoudcitroenen

Voorbeelde van gebruik

Men moet zich geen knollen voor citroenen laten verkopen.
Serveer met plakjes citroen.

Vertalinge

Afrikaanssuurlemoen
Albanieslimon
Deenscitron
DuitsZitrone
Engelslemon
Esperantocitrono
Finssitruuna
Franscitron
Hongaarscitrom
Italiaanslimone
Katalaansllimó; llimona
Maleisjeruk
Nederduitscitrone
Noorssitron
Papiamentslamunchi
Poolscytryna
Portugeeslimão
Roemeenslămâie
SaterfriesZitrone
Spaanslimón
Sweedscitron
Thaiมะนาว
Turkslimon
Wes‐Friessitroen