Informasie oor die woord piraat (Nederlands → Esperanto: pirato)

Sinonieme: zeerover, zeeschuimer

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/piˈrat/
Afbrekingpi·raat
Geslagmanlik
Meervoudpiraten

Voorbeelde van gebruik

Op dit moment houden piraten zo’n dertig schepen en meer dan vijfhonderd zeelieden vast.
De piraten zijn er bloeddorstig!
Korte tijd later gingen de piraat en de tovenaar op weg voor hun dubbele opdracht.
Was u er toen de piraten de basis daar aanvielen?

Vertalinge

Afrikaansseerower
DuitsPirat
Engelspirate
Engels (Ou Engels)flota; lidmann
Esperantopirato; marrabisto
Finsmerirosvo
Grieksπειρατής
Katalaanspirata
Nederduitspiraat
Papiamentspirata
Portugeespirata
SaterfriesPiroat
Spaanspirata
Sweedspirat; sjörövare
Tsjeggiespirát
Wes‐Friesseerôver