Informatie over het woord paŭzi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingpaŭz·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdpaŭzas
Verleden tijdpaŭzis
Toekomende tijdpaŭzos
 
Voorwaardelijke wijs
paŭzus
 
Gebiedende wijs
paŭzu

Actieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdpaŭzanta
Verleden tijdpaŭzinta
Toekomende tijdpaŭzonta

Voorbeelden van gebruik

Li paŭzis, poste daŭrigis ĉar Poirot ne respondis.

Vertalingen

Afrikaanspouseer
Catalaansdescansar; fer una pausa
Duitspausieren
Engelspause; take a break; take a rest; adjourn
Nederlandspauzeren
Portugeesfazer uma pausa
Saterfriespausierje