Informasie oor die woord practise (Engels → Esperanto: praktiki)

Sinonieme: exert, put into practice

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈpɹæktɪs/
Afbrekingprac·tise
Shaw‐alfabet𐑐𐑮𐑨𐑒𐑑𐑦𐑕

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(I) practise(I) practised
(thou) practisest(thou) practisedst
(he) practises, practiseth(he) practised
(we) practise(we) practised
(you) practise(you) practised
(they) practise(they) practised
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(I) practise (I) practised
(thou) practise(thou) practised
(he) practise(he) practised
(we) practise(we) practised
(you) practise(you) practised
(they) practise(they) practised
Gebiedende wys
practise
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
practisingpractised

Vertalinge

Afrikaansbeoefen; uitoefen
Deenspraktisere
Duitspraktizieren
Esperantopraktiki
Franspratiquer
Italiaanspraticare
Maleismempelajari
Nederlandsbeoefenen; betrachten; uitoefenen; praktizeren; in praktijk brengen
Papiamentspraktiká
Portugeesexercer; praticar
Saterfriespraktizierje
Spaanspracticar
Tsjeggiespraktikovat; provádět