Informatie over het woord Bunker (Duits → Esperanto: bunkro)

Uitspraak/ˈbʊŋkər/
AfbrekingBun·ker
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtmanlijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefBunkerBunker
GenitiefBunkersBunker
DatiefBunkerBunkern
AccusatiefBunkerBunker

Voorbeelden van gebruik

Alle Bürger wurden aufgerufen, sich möglichst in Bunkern in Sicherheit zu bringen.

Vertalingen

Engelsbunker
Esperantobunkro
Fransabri
Nederlandsbunker
Portugeesabrigo
Spaansbunker
Zweedskasematt