Informatie over het woord Süden (Duits → Esperanto: sudo)

Uitspraak/ˈzyːdən/
AfbrekingSü·den
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtmanlijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefSüden
GenitiefSüdens
DatiefSüden
AccusatiefSüden

Vertalingen

Afrikaanssuide
Albaneesjug
Catalaanssud
Deenssyd
Engelssouth
Esperantosudo
Faeröerssuður
Finsetelä
Franssud
Hongaarsdél
IJslandssuður
Italiaanssud
LuxemburgsSüden
Maleisselatan
Nederduitssüden
Nederlandszuid; zuiden
Noorssyd
Papiamentssur; zuid
Poolspołudnie
Portugeesmeio‐dia; sul
Roemeenssud
Russischюг
SaterfriesSuude
Schotssooth
Spaanssur
Swahilikusini
Thaisทิศใต้
Tsjechischjih
Westerlauwers Friessuden
Zweedssyd; söder