Informasie oor die woord station (Deens → Esperanto: stacio)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Geslaggemeenskaplik

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
 OnbepaaldBepaaldOnbepaaldBepaald
Nominatiefstationstationenstationerstationerne
Genitiefstationsstationensstationersstationernes

Voorbeelde van gebruik

Det kom under hans forklaring i retten frem, at han havde drukket juleøl og følte sig beruset forud for hændelsen på stationen.

Vertalinge

Afrikaansstasie
DuitsHaltestelle; Station
Engelsstation
Esperantostacio
Faroëesstøð
Finsasema
Fransgare; station
Jiddisjסטאַנציע
Katalaansestació
Nederlandshalte; statie; station
Noorsstasjon
Papiamentsstashon
Poolsstacja
Portugeesestação; paragem
SaterfriesHooldesteede; Station
Skots-Gaeliesstèsean
Spaansestación
Sweedsstation
Tsjeggiesnádraží; stanice; zastávka
Wes‐Friesstasjon